Knieschotten dragend of niet dragend uitvoeren?
Knieschotten
Wat zijn knieschotten
Op een doorsnee woning van tegenwoordig zit een prefab dak. Dit dak loopt schuin vanaf de betonvloer omhoog naar de nok, waar de elementen bij elkaar komen. Omdat het dak schuin wegloopt kun je bij het lage deel vlakbij de betonvloer niet lopen. Dit is het niet beloopbare deel van de verdieping. Omdat dit niet beloopbaar is wordt hier meestal een knieschotten geplaatst voor de afwerking, omdat men anders tegen de schuinte aankijkt wat toch niet wordt gebruikt. Een knieschot is eigenlijk een soort wand waardoor dit deel word afgewerkt. Daarnaast kan een knieschotten nog een andere functie hebben namelijk een dragende functie. Soms is de kap zo lang dat de overspanning niet meer enkelvelds met regulier hout kan worden overspannen. Hiervoor wordt dan een dragend knieschot geplaatst waardoor dit fungeert als tussensteunpunt voor de dakelementen.
Dragend / niet dragend knieschot
De sporenkap is de meest gebruikte constructie voor een prefab dak. Bij de sporenkap zijn de dakbalken, de sporen schuin ophoog geplaatst. Deze zijn weggewerkt in het element. Bij de sporenkap worden de dakbalken ondersteund door een muurplaat met anker. Het anker wordt aan de betonvloer gekoppeld met keilbouten. De dakelementen worden meestal ondersteund door een knieschot of borstwering. Maar de sporenkap te hoog is opgetild en de betonvloer niet kan bereiken wordt de borstwering bevestigd aan de dakvoet. Dit wordt een kreupele stijl constructie genoemd. Bij de meeste seriematige projecten wordt een eenvoudige prefab scharnier dak toegepast. Er kan ook een zoldervloer worden afgedragen in de dakelementen. Deze drukt als het ware de sporen naar buiten en halveert daarmee de vrije overspanning. Dit geld ook voor een drukbalken.
Situatie 1
Bij situatie 1 is te zien dat er oplegging is op twee steunpunten. De muurplaat beneden bij de betonvloer en de nok. Er is hier sprake van een enkelvelds overspanning. Het is de meest ongunstige situatie voor een sporendak er maar twee steunpunten zijn. De doorbuiging van de kap is in deze situatie het grootste.
Situatie 2
Bij situatie 2 is er sprake van een dragend knieschot. In de kap zijn drie steunpunten aanwezig, de muurplaat, het dragend knieschot en de nok. Er zal hierdoor een extra lijnlast op de betonvloer komen door het dragende knieschot. Het is erg belangrijk om bij deze situatie te kijken naar verhoudingen. Omdat er een hefboom effect kan ontstaan dient het veld tussen de muurplaat en het knieschot minimaal 1/3de t.o.v. het grote veld te zijn.
Situatie 3
Bij situatie 3 is er sprake van een stabiliserende zoldervloer. Er zijn drie steunpunten aanwezig in de kap. Mocht de stabiliserende zoldervloer vervangen worden door een drukbalklaag dan dient de maximale vrije overspanning Lmax gerekend te worden van muurplaat tot het middelpunt drukbalklaag - nok. Ook hier geld dat de verhouding minimaal 1/3de t.o.v. het grote veld dient te zijn.
Situatie 4
Situatie 4 is de meest gunstige van allemaal. Er zijn maar liefst vier steunpunten aanwezig in de kapconstructie. De muurplaat, het dragend knieschot, de stabiliserende zoldervloer en de nok. De doorbuiging zal in deze situatie ook minimaal zijn. Verhoudingen zijn iets minder kritisch in deze gunstige situatie.
Kreupele stijl constructie
In sommige gevallen is de kap opgetild. Hierdoor kan er geen F-anker worden gebruikt om de dakelementen op af te steunen. Dan wordt ook wel een kreupele stijl constructie toegepast. Dit is een constructief knieschot welke aan de kap vast zit. Het knieschot is geïsoleerd en wordt momentvast aan de sporen bevestigd door middel van schetsplaten.
De spatkrachten worden dan door de schetsplaten en het constructieve knieschot naar de betonvloer geleid. De kreupele wordt aan de muurplaat bevestigd welke vast zit aan het stripanker. Het stripanker wordt aan de betonvloer gekoppeld door middel van keilbouten. Er is ook een exotische variant van de kreupele stijl namelijk; "de hockeystick kreupele stijl". Hierbij lopen de schetsplaten met de hoogte van de sporen mee aan weerszijden. Men gebruikt hiervoor een sterker en meerlaags multiplex omdat er minder oppervlak is waarmee het knikmoment kan worden opgevangen.
Lijnlasten knieschotten
Als er sprake is van een dragend knieschot zullen er lijnlasten op de vloer komen. Bij een houten vloer wil men dit zoveel mogelijk vermijden. Bij een betonvloer echter is een lijnlast heel goed mogelijk. De opgave voor de lijnlasten wordt meestal gedaan door de constructeur van de houtskeletbouwer. Deze worden doorgeven aan de leverancier van de betonvloeren. Een gemiddeld dragend knieschot geeft ongeveer een lijnlast van tussen de 4-6 kN per m¹. Let op dat bij kilkepers waar de knieschotten samen komen een puntlast ontstaat. Laat de lasten ten allen tijde beoordelen en berekenen door een constructeur. Laat deze goedkeuren door de vloerleverancier. Hierdoor ontstaat de garantie dat de hoofddraagconstructie voldoet aan de gestelde eisen.
Contact opnemen
Wij zijn een informatieve website voor houtskeletbouw, houtbouw en prefab. Wij hebben veel kennis in huis. U kunt ons bereiken via de email of via het contact formulier.